Helmond - Moskou

Onze kans om eindelijk eens af te rekenen met alle vooroordelen over Rusland!

zaterdag, augustus 05, 2006

DOWNSIDE UP ! (2)

Wederom een makkelijk dagje voor ons, geeft niet want het weer hier word juist weer wat beter, en dus kunnen we ons met een koel drankje snel op ons terras gaan nestelen.
De volgende bijdrage is van Remco Reiding van de GPD en BNR Nieuws-radio.

Mensen storten hé!
Het geld is vreselijk hard nodig, en de Moskou clan vecht zich te pletter voor iedere cent.

Nummer 41

De weg maakt een lichte buiging naar rechts. Kettingen verplaatsen zich over tandwieltjes. In de verte wordt de weg steeds smaller, totdat hij in de horizon verdwijnt. Nummer 41 hoort het angstaanjagende geklik van de kettingen en herkent het vooruitzicht. Hij schakelt en zucht diep. De weg loopt weer omhoog.

Langzaam kruipt het achterwiel van de renster van de Shell-ploeg verder weg. Daar ziet nummer 41 de eerste schaduw al komen, gevolgd door een wiel en een paar benen. Het is die renner met verband rond zijn knie. O zo pijnlijk. Maar als de heuvels opdoemen, doemt ook de knie op. Hij maalt onverbiddelijk door en houdt aansluiting, terwijl nummer 41 de kopgroep meter voor meter moet laten gaan.

Broekhuizen, Popov, Tuinstra, ze rijden allemaal langs. Daar is ook Sasha de Hamer. Nummer 41 verafschuwt hem. Op de moeilijkste stukken komt hij uit de achterhoede plots tevoorschijn om ogenschijnlijk moeiteloos aan te pikken met de besten en de mindere broeders met groot verschil in snelheid te passeren. Als hij voorbijkomt, deelt hij bij wijze van spreken een harde mentale klap uit met de hamer.

Nummer 41 schakelt maar weer een tandje kleiner. Hij rijdt zijn eigen tempo. Korte beklimmingen zijn niet fataal. In de afdaling of tijdens stukken vals plat haalt hij de meeste iele lijfjes of krachtige kuiten van de klimmers weer bij. Maar hoe langer een beklimming duurt, hoe moeilijker hij het krijgt. De ademhaling wordt zwaarder, de benen gaan langzamer rond, het stuur zwabbert steeds meer van links naar rechts.

De renster van de Ambassade-ploeg komt voorbij. De Tank met zijn zware lichaam passeert. Die kamikazepiloot van Jansen en Jansen schommelt langs. Nummer 41 houdt even in, zodat het gevaar op de weg zich veilig een weg naar voren kan banen.

Klik, klik. Nummer 41 schakelt terug. Middelste blad, kleinste versnelling. Behang eraf, denkt nummer 41 in zichzelf, als hij naast zich kijkt. Hij ziet een lijf met schaafwonden voorbijkomen. Behang eraf, over die wielerterm is de vorige dag nog gelachen, maar nummer 41 tovert zelfs geen glimlach op zijn gezicht. Deze beklimming is bittere ernst en dat zijn valpartijen met schaafwonden ook.

De zwaailichten van de politiewagen die de kopgroep begeleidt, verdwijnen uit het zicht. Van alles komt nummer 41 nu voorbijzetten. Dunne konten, dikke konten, jonge benen, oude benen, pijnlijke knieën, schaafwonden. Het wachten is op de bejaarden en de eenbenigen, denkt nummer 41 sarcastisch, terwijl hij zijn lijdensweg verlengt door nog een tandje lichter te schakelen.

De bomen langs de omhoog kruipende weg lijken eindeloos. Elk steentje in het asfalt is voelbaar. De billen door zeer, de derde en vierde bal zijn op het harde zadel in aanmaak. Nummer 41 voelt zijn benen vollopen en schakelt nog maar eens. Nog één tandje kleiner en het kleinste verzet is bereikt. De geest laat het afweten. Waarom rijd ik hier in hemelsnaam nog, vraagt hij zich af.

Weer moet nummer 41 een achterwiel laten gaan. Hij denkt aan afstappen, kijkt achterom en ziet nog maar een handjevol renners. Potverdorie, denkt hij, ik ben toch geen achterblijver, geen verliezer. Ik hoor hier niet.

Nummer 41 ziet het snot voor zijn ogen en stoempt verder. Tergend langzaam draaien zijn benen rond. Mijn hemel, daar is die oude knar die van geen opgeven weet. Natuurlijk heeft nummer 41 wel bemerkt hoe er af en toe een handje aan te pas komt om de renster omhoog te duwen, maar toch. Zij is er nog steeds bij en ik, denkt nummer 41, ik word hier gewoon voorbijgereden.

Nummer 41 heeft geen oog meer voor de achterwerken die voor hem deinen op de steile weg. Hij heeft de blik op oneindig staan. Dan ineens hoort hij het geronk van een motor. Hij kijkt verschrikt opzij en ziet de wagen van de dokter. Nummer 41 kijkt achterom. De bezemwagen… Hij veegt ongenadig de zwakste zielen van de weg en nummer 41 is het eerstvolgende slachtoffer dat van de deelnemerslijst kan worden geschrapt.

Nummer 41 denkt al aan opgeven als plotseling de pijn uit zijn benen verdwijnt, de fiets vaart maakt en warempel een paar billen in zicht komen. Op zijn pijnlijke rug voelt nummer 41 de oorzaak van dit tijdelijke gemak, dit ene moment van verlichting in de hel van Roeza. Het zijn de handen van de beste knecht van het peloton. Hij is de vriend van de zwakken en als lid van de Downsideup-ploeg niet te beroerd ook renners van andere ploegen te duwen. Allen hebben ze het heerlijke gevoel van de handen op hun rug gevoeld en het effect gemerkt. Hij duwt eenlingen terug tot de achterste rijen van de ‘bus’, de groep van achterblijvers.

Nummer 41 put er moed uit en warempel, de top van de berg komt in zicht. Nog honderd meter, nog vijftig, twintig, tien. Ja, ja, ja, we zijn er. De finish van de etappe.

Daar zijn ze, de gelukkigen. Ze liggen langgerekt in het gras, zoals Van Zwol, die zich Superman noemt. Of ze staan fier rechtop alsof er nog geen meter is gefietst, zoals Bootsma van de Friesland-ploeg. Nummer 41 probeert zijn benen over de stang heen te krijgen en ploft neer. Zijn benen zijn verlamd, zijn kont lijkt het meesterwerk van een slager, zijn handen trillen en zijn adem stokt. Maar nummer 41 heeft zijn doel bereikt.

Aldus Remco, die buiten grandioze stukjes schrijven, ook zijn hart dus op de juiste plaats heeft.
Hier nogmaals het rekeningnummer.

37.29.39.678, tnv R. Reiding te Moskou.

Pakka. helmos@freemail.nl